Tydeken is de eerste Ekehaarder (1423) die in stukken voorkomt. Het betreft een geschil over de betaling aan de kinderen van Reyner Steginge. Omstreeks 1445 wordt Rolof Steging vermeld. Steven ten Hove bezit grond in Ekehaar. Hij heeft blijkens een uitspraak van Pinksteren 1492 'de helft van Ekehaar' aan de dan overleden Johan Hidding verkocht. Steven then Hove (dezelfde?) procedeert 1469 tegen de kerk van Beilen over visserij.
1403
Oudste vermelding Etstoel
Een zaak tussen Lensen en de buren van Amen: de
buren hebben gezworen dat het hun oude willekeur
(regeling) is, dus dient deze te gelden
1408 Sloot 1423 Tydeken 't Ekehair
Een zaak tussen die van Amen, van Rolde en Deurze met de
uitspraak, dat elk die van een wetering (sloot)
profiteert daarvoor ook verantwoordelijk is.
De etstoel behandelt een geschil tussen Tydeken 't Ekehair en
Albert Campinge inzake de kinderen van Reyner
Steginge.
Als de kinderen schade lijden zal Tydeken deze
betalen.
1426 Ovinge
Een zaak tussen Helprick Uvinge, Wobben, zijn
vrouw, aan de ene zijde en Ebbeken Ovinge aan de
andere zijde met de uitspraak: Egbert mag binnen
3 weken bewijzen aan de boeren van Amen, dat
Coepe Ovinge, zijn broeder, dat het paard en de
ossen 'gesat synt, soe is hy quijt ende doet hy
dat nycht, soe is hie vellych'.
1435 Loon versus Amen
Een zaak tussen de buren van Loon en de buren van Amen - wordt
verschoven naar de volgende lotting.
1444-1445 Ame buer
Ame buer
Egbert Coytes.
Hinric to Echthaer
Rolof Steging
1492 Hidding
De etstoel behandelt een geschil tussen Hendrik Hidding met zijn
kinderen ter ene zijde en Johan Hidding met zijn
moeder, broers en de vrouw van Hendrik en
stiefkinderen aan de andere zijde. Zij hebben
een geschil over de 'helft van Ekehaar' en de
andere goederen. De uitspraak luidt dat Hendrik
met zijn kinderen het erfgoed krijgt dat hij had
toen hij met Aleyd trouwde. Aleyd krijgt datgene
terug wat zij bij haar huwelijk inbracht. Alle
onroerende goederen zullen voor de helft worden
verdeeld.
Omdat Johan Hidding, de vader van Aleyds
kinderen, de helft van Ekehaar van Steven ten
Hove had gekocht, zal Aleyd met haar kinderen
Ekehaer erfelijk behouden. Heeft Hendrik daar
met eigen geld aan meebetaald, wat hij moet
bewijzen, dan krijgt hij zijn deel terug. Heeft
Hendrik voor intrede in het klooster van zijn
dochter geld uit gemeenschappelijk bezit
meegegeven dan wordt hem de helft toegerekend.
Op dezelfde zitting wordt er aan toegevoegd dat
zij al het zaad en hooi scheiden zullen zoals ze
dat met de tilbare levende goederen hebben
gedaan. De verbetering van de behuizing te
Ekehaar zal Hendrik of zijn kinderen niet
toegerekend worden. Elk zal de rente van zijn
meier van stond af aan buiten de verdeling
houden.
(De Hiddings waren een belangrijke familie in
Rolde, die tussen 1460 en 1518 drie schulten
leverden. Welke de verwantschap met de familie
in Ekehaar was is niet bekend. Kinderen van de
broer van de 1608 overleden ette Bastiaan
Hidding bezaten in 1630 erven in Ekehaar, Amen,
Grolloo.)
Uit de uitspraak van 1492 volgt dat de familie Ten Hove, een adellijk grootgrondbezitter, voor 1492 land in Ekehaar had.