Scheiding en verdeling van de marke van Amen en Ekehaar

In 1809 werd een wet uitgevaardigd ter bevordering van de ontginnng van woeste gronden. Hierbij had de overheid vooral de marken op het oog, omdat deze ontginning in de weg zouden staan. De marken werd opgedragen over de verdeling te vergaderen en hiervoor een plan van aanpak te maken.
Schulte Homan maakt in 1810 voor de drost een ‘Lijst van de grootte der marken in het Rolder Karspel’ waarin hij vermeldt ‘Amen en Ykhaar heeft 5 waar en is in zijn vierkant plm. 3 kwartier uur groot’.
Daarna gebeurt er pas weer iets in 1848. Mr. Hendrik Vos te Assen stelt bij de rechtbank te Assen een eis in tot scheiding en deling van de marke van Amen en Ekehaar. De rechtbank overweegt dat er bij de ‘erkende eigenaren der genoemde marke, nopens de ingestelde eis tot verdeling, geen tegenspraak bestaat; – dat niemand kan genoodzaakt worden in een onverdeelde boedel te blijven en er bijgevolg geen grond tot afwijzing van de ingesteld eis is gevonden’. Vermeld wordt dat de marke bestaat uit heide, veen, groen en bosgronden tezamen 922 bunder, 76 roeden en 20 ellen. De eis wordt toegewezen.
Mr. Hendrik Vos meldt zich vervolgens bij de notaris. Bij akte van 9 mei 1848 worden de markengronden geïnventariseerd. De akte vermeldt dat de onverdeelde marke uit vijf waar bestaat waartoe gerechtigd zijn:

  • Roelof Heuving voor een waar
  • Egbert Hoben, Gonnegien Hoben en Jantien Hoben voor drie vierendeels waar
  • Dezelve Egbert, Gonnegien en Jantien Hoben voor vijf zestiende waar
  • Willem Baving en vrouw, Jan Sijbring. Remmelt Sijbring, Aaltien Sijbring, Hendrik Kamping Sijbring en Egbert Hoben namens zijn vrouw Hendrikien Sijbring tien achtenveertigste waar
  • Pieter Westenbrink vijf achtenveertigste waar
  • Nogmaals Pieter Westenbrink twee vierendeels waar
  • Albert Beijering en vrouw benevens de minderjarige kinderen van wijlen Jan Pieters Hoben een vierendeel waar
  • Jan Willems Homan twee vierendeels waar
  • Meester Gerrit Vos zeven zestiende waar
  • Meester Hendrik Vos en Reinder Schuring zeven zestiende waar, en eindelijk
  • Harm Homan voor twee vierendeels waar.

En hebben vervolgens partijen overeenkomstig de bepaling van artikel 1124 van het Burgerlijk Wetboek tot deskundigen benoemd ten einde de te verdeelen goederen te taxeeren en een plan van scheiding op te maken, de nagenoemde drie personen, te weten
Roelof Beijering landbouwer wonende te Anderen, gemeente Anlo
Albertus ten Oever landbouwer wonende te Rolde, en
Roelof Smeenge landbouwer wonende te Ballo, gemeente Rolde.
Begin 1849 komen de markegenoten weer bij de notaris. Nu om de marke van Amen en Ekehaar van elkaar te scheiden. Door de deskundigen was hiertoe een plan opgesteld, waarvoor ook een kaart was vervaardigd met het gehele terrein der marke.
Aan de markegenoten van Amen wordt vijf achtste gedeelte van de gronden toegekend, geschat op f 5000,– en aan de markegenoten van Ekehaar drie achtste gedeelte begroot op f 3000,–.

De Amer marke wordt uiteindelijk in 1874 verdeeld als volgt:

  1. Jan Heuving, landbouwer, wonende te Drouwen, gemeente Borger 
  2. Jan Schierbeek, landbouwer, wonende te Wijster, gemeente Beilen, voor zich en in hoedanigheid van vader en wettige voogd over zijn minderjarige kinderen Dina en Jantien Schierbeek, gehuwd geweest met Jantje Heuving
  3. Lambert Heuving, landbouwer, wonende te Amen
  4. Jacob Heuving, landbouwer, wonende te Amen
  5. Hendrik Boerma, landbouwer wonende te Anderen, vruchtgebruiker der nalatenschap overleden vrouw Katharina Heuving
  6. Roelof Heuving landbouwer wonende te Amen
  7. Hendrik Heuving landbouwer wonende te Amen.

Tesamen gerechtigd voor 8/25 aandelen in de marke van  Amen.

  1. Pieter Hoben landbouwer wonende te Amen
  2. Jan Hoben landbouwer wonende te Rolde

Samen 2/25 aandelen.

  1. Pieter Westebring landbouwer wonende te Rolde

29/150 aandelen.

  1. Egbert Hoben, landbouwer wonende te Grollo

61/150 aandeel.
Deskundigen ter waardering van de onroerende goederen van de verdeling waren:
Lambert Hoekman, landbouwer, wonende te Ekehaar
Hendrik Schuring landbouwer wonende te Ekehaar
Berend van Rhee, landbouwer, wonende te Amen.

Voor Ekehaar volgde de definitieve scheiding in 1876:
Scheiding en deling der marke. Ten overstaan van den Edelachtbaren Heer mr. Bernard Oosting te Assen tusschen
Ie. de heeren Bernardus Westebring te Ekehaar – Rolde namens mejuffrouw Hillechien Weersing weduwe Harm Homan te Ekehaar gemeente Rolde
2e. Harm Jan Homan te Ekehaar
3e Bernardus Westebring te Ekehaar als hoofd der huwelijksgemeenschap bestaande met Geertien Homan en verder voor zich en als vader en voogd over Jan, Hendrik en Harm Westebring, Jans Boerma te Anderen, gemeente Anlo, hoofd der huwelijksgemeenschap bestaande met Jantje Homan en als toeziende voogd over Jan, Hendrik en Harm Westebring 
alle bovengenoemde personen onder 1e gemeld gerechtigd voor 1/3 deel
IIe Lambert Hoekman te Ekehaar gemeente Rolde geregtigd voor 1/6 deel
IIIe Jan ten Berge Homan te Ekehaar
geregtigd voor 11/90 deel
IVe Wubbegien Homan weduwe Remmelt Smeenge te Ekehaar voor zich en moeder voogdesse over Aaltien, Geessien, Jan, Jantje, Hillechien en Roelof Smeenge geadsisteerd door Jan Smeenge te Ballo als toeziende voogd over Wubbegien Homans kinderen onder ten 4e gemeld, 
tezamen geregtigd voor 11/90 deelen
V. Hendrik Hadders te Rolde hoofd der huwelijksgemeenschap bestaande met zijne vrouw Jantien Homan 
geregtigd voor 8/90 deelen
VI Jan Meertens Schuring te Ekehaar gemeente Rolde; Hendrik Schuring te Ekehaar en Berend van Boven te Gasselte als hoofd der huwlijksgemeenschap bestaande met Jantje Schuring aldaar tezamen geregtigd voor 1/6 deel.

In tegenwoordigheid van 
Roelof Brouwer te Eleveld – Rolde, 
Hendrik Sikkens Menninga te Eleveld en 
Berend van Rhee te Amen, gemeente Rolde.

Van de onroerende goederen behoorende tot de onverdeelde marke van Ekehaar gemeente Rolde, kadastraal in de gemeente Rolde bekend in sectie G nos 318, 365, 508, 509, 510, 557, 558 en sectie F nos 27, 127, 217, 237, 278 en 280 groot te zamen 332 hectaren 67 aren en 40 centiaren, toegescheiden 
aan de onder I. vermelde personen: 
de kadastrale nummers (hier niet overgenomen) tezamen voor f 4000,–.
Aan de onder II vermelden:
de kaartnummers (hier niet overgenomen) tezamen voor f 2000,–.
Aan de onder III genoemden:
de kaartnummers (hier niet overgenomen) tezamen voor f 1466,66.
Aan de onder IV genoemden:
de kaartnummers (hier niet overgenomen) tezamen voor f 1466,66.
Aan de onder V genoemden:
de kaartnummers (hier niet overgenomen) tezamen voor f 1066,66.
Aan de onder VI genoemden:
de kaartnummers (hier niet overgenomen) tezamen voor f 2000,–.