Het tramongeluk te Ekehaar

op de voorpagina, vergezeld van 3 foto’s, met onderschift:
Het opruimingswerk: met man en macht wordt een wagon op de rails geheeschen.)

De toestand van machinist Krabben niet ernstigZooals we in een deel van onze vorige oplaag nog konden melden heeft gistermiddag te Ekehaar een botsing tusschen een goederen- en een personentram plaats gehad, waarbij de machinist van de goederentrein dusdanig werd gewond, dat hij naar het Wilhelimina-Ziekenhuis te Assen moest worden vervoerd, terwijl verschillenden andere personen kwetsuren van minder beteekenenden aard opliepen. Bij informatie bleek ons hedenmorgen, dat de toestand van den machinist gelukkig niet ernstig is te noemen, zij het dan, dat hij een geduchte klap tegen de borst heeft gekregen. De ervaringen van den conducteur Leijssenaar Gisteravond hadden we nog een onderhoud met den conducteur van de personentram, den heer Leijssenaar. Er hing in de woonkamer, waar de patiënt op een divan lag, een echt “ziekenhuisluchtje”, doch de toestand viel gelukkig erg mee. Aan de linkerzijde van het hoofd liepen eenige schrammen, doch van ernstigen aard bleken deze verwondingen niet te zijn.
    “Als gewoonlijk”, zoo vertelde de heer Leijssenaar ons, “waren we met de personentram van twintig voor twee in de richting Coevorden vertrokken vanaf het station Assen. Machinist op onze tram was de heer Engels. Tot Ekehaar ging alles gewoon. Ik stond op het moment van de botsing juist voor de deur, die toegang geeft tot de eerste klasse. Plotseling een geweldige schok en meteen stoof ik door de  ruit van de tusschendeur en kwam in de eerste klasse terecht. Hierbij heb ik waarschijnlijk de kwetsuren aan het gelaat opgelopen, die aanvankelijk erger schenen door het bloed, dat er uitvloeide. Later viel alles geducht mee. Alleen heb ik nu nog pijn in de zijde en moet op advies van dokter Nienhuis nog eenige dagen rust nemen, maar hopelijk zal het wel spoedig weer in orde zijn. De geruchten dat ik in Ekehaar ben binnengedragen zijn niet juist.”
     “En hoe ging het met uw passagiers?”
     “Er was een zestal. De postbode Blomsma, die den dienst op de posttam deed, kreeg weinig letsel aan het hoofd, terwijl ook een reiziger uit Assen door den Rolder dokter aan het hoofd is verbonden. Het ergst was van de passagiers er blijkbaar aan toe een vrouw uit Zwinderen. Eerst scheen haar niets te mankeeren, maar toen zij de woning van den timmerman Hof binnenliep, zakte zij bewusteloos in elkaar. De overigen zijn er blijkbaar goed afgekomen.”
     “De schade is zeker nogal aanzienlijk?”
     “Door den geweldigen schok is dit zeer begrijpelijk,”aldus de conducteur. “Vooral de zware locomotief van de goederentram was erg gehavend. De pijp ervan is zeker wel een meter of zes weggestoven door de botsing.”
     Belangstellend informeerde de getroffene nog naar de toestand van den machinist J. Krabben van de goederentram. Helaas konden we op dat moment geen nadere inlichtingen verstrekken.
     Zooals begrijpelijk was de familie danig geschrokken bij het vernemen van het ongeval, doch de gunstige loop die de de zaak voor Leijssenaar had genomen, had de bange vermoedens doen verdwijnen.
    Naar wij vernemen, valt ook de toestand van de veldwachtersvrouw uit Zwinderen nogal mee. Zij heeft geen ernstig letsel opgeloopen. Zij is per auto naar huis gebracht.
     Dat de machinist van de personentram de dans zonder eenig letsel wist te ontspringen, is te danken aan zijn tegenwoordigheid van geest. Na de tram zoo goed als tot stilstand te hebben gebracht, sprong hij n.l. van de locomotief af en stelde zich daarmee buiten gevaar. De oorzaak van het ongeval
Naar wij bij informatie bij de directie vernamen ligt de oorzaak van het ongeval bij een verzuim of een vergissing of hoe men het noemen wil van het personeel der goederentram. Deze had n.l. te Amen moeten wachten om de personentram te laten passeeren. Of men had telefonisch moeten vragen of men hier mocht doorrijden. In elk geval is het onjuist geweest op eigen houtje de reis te vervolgen.
   Wat de schade betreft, deelde de directie ons nog mede, dat de goederenwagons geen van alle op ernstige wijze gehavend zijn. Men hoopt een en ander in een week tijds hersteld te hebben.
    Het opruimingswerk heeft gisteravond nog tot 10 uur geduurd. Toen had men de lijn weer vrij, zoodat heden de dienst zonder eenige belemmering kon worden onderhouden. (Provinciale Drentsche en Asser Courant, 11.10.1932)

De Coevorder Courant schrijft op 15 oktober 1932:
Tramongeluk
Maandag liepen van de Eerste Drentsche bij Ekehaar een personentram en een goederentram op elkander. De passagiers kwamen er gelukkig met eenige uitwendige blessures van af. Van het personeel kreeg machinist Krabben van de goederentram een deur tegen de borst, doch kwam er goed af; conducteur Leijssenaar werd gewond door de glasscherven toen hij door de ruit in de eerste klasse werd geworpen. De machinist van de personentram Hollander, had de locomotief nagenoeg stilgezet en was er afgesprongen.
   Van het materieel kregen de locomotieven de grootste schade, de wagons werden alleen uit de rails geworpen. Den volgenden dag was het verkeer al weer hersteld.
   Men geeft de schuld aan het personeel van de goederentram die bij Amen had moeten wachten op de personentram.