Kroniek van Ekehaar
Geschiedenis van een gehucht in het Dingspel
Rolde
19e eeuw
Begin van deze eeuw krijgen
Amen en Ekehaar gezamenlijk een winterschool.
1802 geeft de Scholte Homan te Rolde aan dat hij heeft aangekocht
van Albert Jans (Schuring) te Ekehaar de helfte in zijn boerenplaats door
hemzelve en Jan Arents meierwijze bewoond.
In 1807 wordt een kohier van vaste goederen
aangelegd:
133. Albert Boer (eigenaar A. Scholten en consorten)
134. De wed. Bartelt Jacobs (eigenaar scholte J. Homan)
135. Jan Willems (Hoben) eigenaar
136. Albert Schuring, eigenaar
Franse troepen worden in 1810
ingekwartierd, wat tot een vechtpartij leidt.
In 1832 wordt het kadaster opgezet (alleen
eigenaren worden vermeld):
12. Wed. Albert Scholte en cons., Rolde, rentenier
17. Albert Schuring en cons., Ekehaar, landbouwer
18. Wed. Johannes Homan, Rolde, eigenaresse
19. Wed. Jan Willem Homan (vroeger Hoben) en cons. Ekehaar, landbouwer.
De rechtbank van Assen wijst in 1848 de eis
toe om de marke van Amen en Ekehaar te scheiden en te verdelen. In
1874
worden uiteindelijk de marken van Amen en in 1876
van Ekehaar onder de rechthebbenden verdeeld.
In 1882 wordt voor de Grondbelasting een
nieuwe registratie gemaakt (eigenaren):
248 huis Wubbegien Homan cs (wed. Remmelt Smeenge) Ekehaar
249 huis Jantien Homan cs (wed. Jans Boerma) Anderen
253 huis en schuur Jan Meerten Schuring, Ekehaar
257 huis, schuur en erf Bernardus Westebring. Ekehaar
279 huis, schuur, erf en schuurtje Jan ten Berge Homan, Ekehaar
393 huis Lambert Hoekman (doorgehaald Jan ten Berge Homan, Ekehaar)
Begin 1800 School
Begin 1800 krijgen Amen en Ekehaar gezamenlijk een school, die in
Amen komt te staan. Alleen 's winters wordt er les gegeven. De onderwijzer
ging 's middags langs de huizen voor een maaltijd. Vanwege de slechte
staat van het gebouw wordt het in 1832 afgebroken.
De nieuwe school zou halverwege Ekehaar en Amen worden gebouwd, in het
veld. (De plek ligt in het huidige kavel van de fam. Tjassens). Inwoners
van Ekehaar, Eldersloo en Eleveld zagen dat (naderhand) niet zitten.
Lammert Homan en Reinder Schuring te Ekehaar, Derk Homan te Eldersloo,
Evert Heukers en Robert Hoving te Eleveld schreven dat het "waarlijk
niet goed zou zijn" de school midden in het veld te bouwen. Bovendien zou
de school ook van belang kunnen worden voor de kinderen uit Eleveld en
Eldersloo, waardoor Ekehaar een veel geschiktere vestigingsplaats zou
zijn. Gedeputeerde Staten beslisten afwijzend omdat de belanghebbenden al
hadden ingestemd met de plaats van de school. In het winterschooltje waren
in 1834 vijf jongens en vier meisjes en in 1837 vijf jongens en elf
meisjes.
In 1853 werd ook dit schoolgebouw afgebroken vooral omdat er te weinig
leerlingen waren.
In 1864 werd er opnieuw een school gebouwd. Nu wel in Ekehaar, aan de
zuidkant van de Aol Diek. Na een verzoek van J.M. Schuring werd er vanaf
1875 ook buiten de wintertijd les gegeven. In 1891 kwam er weer nieuwbouw,
nu echter aan de andere kant van Aol Diek.
In een commissie tot wering van schoolverzuim rond 1900 nemen zitting
F.P. Keiner, onderwijzer en R. Schuring te Ekehaar, Harm Brouwer te
Eleveld en J. Beijering te Eldersloo.
In 1901 wordt de eerste onderwijzerswoning gebouwd met als eerste
bewoner genoemde F.P. Keiner.
In 1908 wordt de school afgebroken. Onderwijs heeft nu plaats in de
huiskamer van de boerderij van J. Smeenge (later Klaas Hoven). Inmiddels
is er een onderwijzer bijgekomen.
In 1908 wordt grond aangekocht van R. Schuring en kan de vierde school
aan Aol Diek worden gebouwd.
(Ontleend aan H.M. Luning, Het winterschooltje van
Amen/Ekehaar, De Kloetschup , december 2000, De Geschiedenis van Rolde, en
Reünieboekje OLS Ekehaar 1864-1984)
1807 Mishandeling veldwachter
In 1807 was er een
Carspels Soldaat te Rolde, een voorloper van de veldwachter, die een
boete had uitgedeeld aan Jan Willems, omdat deze zijn hond had
laten los lopen. Dat was niet toegestaan omdat er hondsdolheid heerste.
Toen hij enkele dagen later bij Jan Willems thuis kwam viel deze hem aan
en trok een scheur in zijn 'buisje'. Bij de schermutseling was
Albert Schuring aanwezig. Tegen beiden wordt een onderzoek ingesteld.
Enkele getuigen uit Ekehaar en Rolde worden gehoord. De getuigen uit
Ekehaar zijn de buren Eltien Zweits weduwe van Bartelt Jacobs en haar
zoon Roelof Bartels. Maar het slachtoffer heeft hen alleen het
gescheurde 'buisje' getoond. Ook wordt gevraagd of zij Jan Willems
dreigementen hebben horen uiten, waarop een getuige verklaart 'dat Jan
Willems al zo wat gepraat heeft, doch dat niets daarvan had onthouden en
alzo niets getuigen kan'. Schulte Homan van Rolde had niet zo'n hoge
dunk van de beide heren. In zijn brief aan de landdrost schreef hij 'dog
zullen beide wel dronken zijn geweest, daar het hun als zij te Rolde
komen meestijds overkomt'.
Tot een gerechtelijke uitspraak kwam het niet.
1810 Inkwartiering Franse troepen - Ekehaar in
opschudding
In 1810 werden in Ekehaar en Amen Franse troepen
ingekwartierd. De commandant werd bij Jan Willems ondergebracht.
Hij vroeg om wijn maar Jan Willems had alleen bier en jenever in huis en
daar nam de Fransman geen genoegen mee. Het kwam tot een gevecht waarbij
hij Jan Willems met de bajonet in de borst stak. Ook huisgenoot Jan
Homan liep verwondingen op.
De kwestie werd door de autoriteiten hoog opgenomen. De commandant werd
geschorst, de schulte rapporteerde het voorval aan de landdrost, die op
zijn beurt de Minister van Oorlog op de hoogte bracht. De Minister van
Oorlog vond de melding belangrijk genoeg om de Koning erover te
informeren.
Een weergave van enkele toen opgemaakte
documenten over deze zaak en een
artikel dat Alb. Oltmans honderd jaar later aan deze zaak wijdde.
(
Jans Stoffers uit Ekehaar verwerkte dit gegeven een aantal jaren
geleden tot een revue -
lees meer hierover.)
1811 Naamsaanneming
Albert Boer, wonende en landman te Ekehaar, behoudt de naam Boer. Ook
voor zijn kinderen en kleinkinderen: Teunis 30, jaar te Noordlaren, Jan
21 en Arent 17 jaar, Geesjen 26 en Aaltje 11 jaar wonend te Ekehaar.
Albert Boer, landman te Ekehaar, voor zijn broers nagelaten kinderen, de
naam Boer. Hindrik 16 jaar, Jantien 20 en Geesje 9 jaar. |
Eltien Zweis weduwe van Bartelt Jacob neemt voor haar kinderen de naam aan
van Bartels. Twee zoons Roelof ruim 37 jaar en Jacob ruim 27 jaar, twee
dochters Hendrikje 40 jaar en Eelkje 33 jaar. |
Jan Willems, landman te Ekehaar, de familienaam Homan, voornaam Jan. Heeft
5 zoons Willem 36, Egbert 29, Jannes 27, Lambert 24 en Jan Willems 18 en 2
dochters Roelofje 35 en Jantie 20 jaar. Vier kleinzoons: Otto 9, Jan 6,
Lucas 4 en Jan ten Berge 1/4 jaar. Kinderen van zijn zoon Willem en
Jantien Hoenderken te Noordlaren, welke hij de genoemde voornaam laat
behouden. |
Johannes Homan, ongehuwd, wil zijn familienaam behouden. |
1825-1851 Bomenkap
Uit het
Amerholt
worden tussen 1825-1881 2150 eiken verkocht en 250 zware dennen. In
Ekehaar worden in dezelfde periode 300 eiken gekapt. Dit blijkt uit de
optelling van bomen aangeboden in de Drentse Courant over deze periode.
Een voorbeeld is een advertentie in de Drentse Courant van 18 december
1829:
Op woensdag den 23 December 1829, des
voormiddags te 10 uur, zullen te Amen ten overstaan van de
ondergetekende notaris publiek worden verkocht:
meer of min 200 zware EIKEN STAMBOOMEN waaronder veel kromhout, op
wortel staande te Amen voormeld: tot scheepstimmer- en huiswerk
geschikt; toebehorende aan P.E. Hoben te Amen en A. Sijbring te
Grollo.
Assen, den 17 December 1829, A. Homan, notaris.
1848 Scheiding Boermarke
De rechtbank van Assen wijst in 1847 de eis toe om de marke van Amen en
Ekehaar te scheiden en te verdelen tussen de markegenoten. De scheiding
tussen Amen en Ekehaar gebeurt het volgend jaar bij notariële akte. De
verdeling onder de markegenoten gebeurt voor Amen in 1874 en voor
Ekehaar in 1876.
Meer over de scheiding en
verdeling van de markegronden.
Vermeldenswaard is
nog wat in de Geschiedenis van Rolde over marken en keuters staat: In
veel dorpen was de marke voor keuters gesloten en mochten zij zich niet
vestigen. Dit verklaart wellicht de afwezigheid van keuters in
Schoonloo, Deurze, Amen en Eleveld. Ekehaar telde maar één keutergezin.
1857 Belijdende leden uit Ekehaar van de N.H.
Gemeente te Rolde
Jans Homan, Jan ten Berge Homan, Remmelt Smeenge,
Lambert Niemijer getr. 62, Wubbechien Homan,
Lammechien Tjarks vertr. nr Vries 16.3.185,
Roelof Popken. Albert Popken, Hendrik Popken,
Arentje Arends. Aaltje Popken, Reinder Schuring,
Geesje Meertens, Jan Schuring, Willemtje Wevers,
Harm Homan, Harm Jan Homan, Hillegje Weersing,
Marchien Homan
Amen
1802 Pieter Egberts Hoben koopt een stukje
grond in Amen van de diaconie te Rolde.
1803 Jan Nijmeijer te Amen geeft aan dat zijn
broer Klaas te Amen is overleden en dat hij
de goederen erft.
1807 Kohier van vaste goederen
129 De wednr.Egbert Hoven
130 Hendrik Heuving
(eig. de wed. W. Steenge)
131 Pieter Hoben
132 Hendrik Jan Nijmeijer
(eig. Pieter Egberts en cons.)
1832 Kadaster
186 Hoben en cons, Pieter Egbert,
Amen, landbouwer, huis en erve
189 Westenbring, Jan, Amen, idem
189b Hoben, Remmelt, Amen, idem
199 Steenge, wed. Willem, Eexterveen, rentenier
204 Hoben, Pieter, Amen, landbouwer
Lidmaten 1857
Egbert Hoben ) nr. Grollo
Hendrikje Sijbring)
Jantje Hoben, Roelof Heuving, Lambert Heuving,
Hendrik Heuving, Jakob Jeuving, Lugertjes Meewis?,
Kaatje Heuving getr. Eext, Willempje Stel,
Geert Weersing, Jantje Neising getr. Anl 1859,
Lammina Homan, Pieter Hoben getr. nr. Grollo,
Jan Bruins, Wubbigien Hoben,
Willem Posthuis getr. 1858,
Hendrikje Brouwer getr. 1858
Hendrik Koops, Jan Koops, Albert Koops
Willem Geerts, Annigje Brink, Luchien Oostbrink,
Geesje Enting
Trouwen en dopen tot 1811:
4.1.1807 Boer, Geert Alberts van Ekehaar x Roelofje Homans van
Elderloo
1.5.1808 Jans Roelfien van Ekehaar x Willem Jans jm van Anrijp
17.6.1810 Boer, Teunis Alberts jm van Ekehaar x Sophia Hiddingh, wed.
van Noordlaren
Dopen
1800 - Aaltien dr van Albert Geerts en Rijkien Tonnis
1805 - Jantien dr van Roelf Bartels
en Roelfien Harms
1807 - Bartelt zn van idem
1807 - Hinderica dr van Geert Boer en Roelfien Homan
1809 - Jantien dr van Roelf Bartels en Roelfien Harms
1809 - Harm zn van idem
1810 - Harm, zn van idem
|